Theologische levensbeschouwing

v1.27b

Op deze website heb ik meermaals geschreven dat ik geloof dat ik (dat ieder mens) een “intern kompas” of “innerlijke stem” heeft, de stem van onze ziel en onze intuïtie, en dat die stem ons kan helpen met kennis over god. Ik geloof dat het eigenlijk god’s stem is. Ik denk dat we onze kennis over god voor een deel ‘direct’ uit onze innerlijke stem krijgen, en ook dat ons intern kompas dient als ‘verificatie’ of ‘zuiverheidscontrole’ van externe kennisbronnen. Sommigen zijn dit niet met me eens en menen dat wij enkel via de bijbel – of een ander heilig boek – kennis over god kunnen krijgen. Hierbij wil ik uitleggen dat ik niet geloof dat dat zo is.

Ik geloof dat god verlangt dat wij hem kennen en een correct beeld van hem hebben. Daarom geloof ik dat god de wereld niet in het ongewisse laat. Dit is mijn uitgangspunt voor het volgende betoog(je). Ik geloof dat wij een intern kompas hebben, omdat het ontbreken van een ‘intern kompas’ kan situaties opleveren waarin mensen onmogelijk god kunnen leren kennen. Stel je de hypothetische situatie voor dat we geen innerlijk kompas zouden hebben. Dan zouden we kennis over god uit een externe bron moeten krijgen. Als iemand ons een kennisbron presenteert, dan kunnen we niet a.h.v. een intern kompas verifiëren of die bron zuiver is of niet. In dat geval zullen we, als we overtuigd worden van de zuiverheid, waarheid, of betrouwbaarheid van die bron, die overtuiging krijgen door gewenning of opvoeding of iets dergelijks. Dat is niet direct verkeerd, mits de bron goede kennis geeft. Echter, er zijn ook slechte kennisbronnen. Die moeten gedetecteerd en losgelaten worden. Dat is op zich mogelijk. Maar er zijn mechanismes – waaronder met name angst – waardoor een mens onbewust of bewust gevangen kan blijven in een overtuiging of verstrikt in een set overtuigingen. We zouden daar niet van kunnen ontsnappen als er geen innerlijke drijfveer is die ons de goede kant op wijst. Gezien er in de wereld een aanzienlijk aantal slechte, ziekmakende verhalen over het leven de ronde doet, zoude we, als zo’n verhaal gecombineerd wordt met een beklemmend mechanisme zoals angst, nooit vrij kunnen worden van een onware gedachteconstructie als we er eenmaal in geloven, omdat we de ideeën niet detecteren als onwaar, of omdat we de interne drijfveer missen om er afstand van te nemen. Ik geloof niet dat god een wereld zou maken waarin die mogelijkheid voorkomt.

Misschien vindt u het ongepast dat ik probeer om in dit betoog ‘door de ogen van God te kijken’. In dat geval kan ik mijn beschouwing ook anders verwoorden, vanuit onze menselijke positie. We hebben een probleemstelling waarbij we een aantal gegevens hebben en we overwegen welke van twee modellen het beste bij de gegevens past. De gegevens (aannames) zijn:

– god wil dat mensen hem kennen zoals hij is
– er bestaan in de wereld zowel goede als slechte externe bronnen die kennis over god aanbieden
– er worden door mensen dergelijke bronnen gemaakt
– er zijn mechanismes zoals angst die een mens gevangen kunnen houden in (een stelsel van) overtuigingen

De twee modellen die we hierbij overwegen zijn:

1) ieder mens heeft een ‘innerlijke stem’ ofwel ‘intern kompas’ waarmee hij kan bepalen of ideeën over god zuiver zijn of niet

2) mensen hebben niet zo’n intern kompas en zijn voor kennis over metafysische dingen afhankelijk van externe bronnen

Als model 1 de werkelijkheid beschrijft dan kunnen mensen altijd de waarheid over god te weten komen als ze ‘luisteren’ naar hun innerlijke stem. Als model 2 de werkelijkheid beschrijft dan zijn er er situaties waarin mensen vastzitten met onware kennis over god en niet tot zuivere kennis kunnen komen; dat is strijdig met de eerste aanname. Daarom concludeer ik dat ieder mens een intern kompas heeft en dat dat dé richtingaanwijzer bij uitstek is voor het vinden van god 🙂

Bijpassend citaat uit een blog van Rachel Held Evans:

“But this is the deleterious snare of fundamentalism: It claims that the heart is so corrupted by sin, it simply cannot be trusted to sort right from wrong, good from evil, divine from depraved. Instinct, intuition, conscience, critical thinking—these impulses must be set aside whenever they appear to contradict the biblical text, because the good Christian never questions the “clear teachings of Scripture”; the good Christian listens to God, not her gut.

I’ve watched people get so entangled in this snare they contort into shapes unrecognizable. When you can’t trust your own God- given conscience to tell you what’s right, or your own God-given mind to tell you what’s true, you lose the capacity to engage the world in any meaningful, authentic way, and you become an easy target for authoritarian movements eager to exploit that vacuity for their gain. I tried reading Scripture with my conscience and curiosity suspended, and I felt, quite literally, disintegrated. I felt fractured and fake.”