Ongezonde theologie

v1.27b

In het christendom is ‘zelfverloochening’ een belangrijke waarde. Wat men verstaat onder ‘zelfverloochening’ verschilt per stroming. Wat er in de praktijk van terechtkomt verschilt per persoon.

Ik verwerp dat wij onszelf moeten verloochenen in de zin dat wij bereid moeten zijn om een ongelukkig leven te leiden of dat we ideeën moeten aannemen waar we ongelukkig van worden.

Volgens mij leidt fundamentele zelfverloochening tot een gebroken ziel omdat ieder mens gelukkig wil zijn en mensen onmogelijk niet gelukkig kunnen willen zijn. In de christelijke traditie wordt zelfverloochening vaak voorgesteld als een ‘deal’ waarbij men geluk in dit leven inruilt voor een verwachte beloning in het toekomende leven. Echter, als men met die insteek bereid is om in dit leven een ongelukkig leven te leiden, wordt dat nog steeds gedaan met het doel op uiteindelijk geluk in het hiernamaals.

Verband met ‘voor-wat-hoort-wat’ idee. Mensen hebben de neiging om te geloven dat ze iets moeten geven, opgeven, of prijsgeven om iets te krijgen wat ze willen hebben en dit idee wordt op God geprojecteerd. Als ‘betaling’ of ‘offer’ wordt soms aangenomen dat een mens iets van zichzelf moet opgeven.

Verband met ‘mensen zijn van nature slecht’ idee. In het protestantse/gereformeerde christendom wordt aangenomen dat een mens van nature slecht is en dat moet afleren. (1) Dit afleren wordt dan gepresenteerd als een ‘kostenpost’ of ‘offer’. Ik verwerp dit; enerzijds omdat ik niet denk dat mensen van nature slecht zijn; anderzijds omdat zulk denken de deur open zet voor ‘voor-wat-hoort-wat’ constructies die er toe leiden dat mensen worden verwacht zichzelf te verloochenen op een manier die ze niet kunnen.

Goede zelfverloochening. Een vorm van zelfverloochening die ik niet afwijs is dat wij soms ervoor kiezen om een ander te helpen terwijl wij daarmee onszelf comfort onthouden. Dit is een gevolg van dat we niet alleen van onszelf houden maar ook van anderen.

Ontledigen. Mystici hebben geleerd dat je, om de volheid van God te kunnen ervaren, jezelf moet ontdoen van het willen en streven naar wat dan ook. (2) Als onze verlangens of zorgen in de weg zitten om te genieten van het leven en volheid te ervaren, dan suggereren mystici dat we die verlangens of zorgen moeten opgeven. Een lichtere vorm hiervan wordt gesuggereerd door Herman Paul [16] die schrijft dat we ons verlangen op God moeten richten. Ik verwerp dit, omdat deze leer vereist dat je je verlangens opgeeft of niet erkent, terwijl ik denk dat dat ongezond en onmogelijk is. Bovendien denk ik dat het ongezond is om onze belangen en Gods belang als concurrerend te zien.

Gezonde tegenstelling: In plaats van deze weg stel ik voor dat we er van uitgaan dat God wenst dat we gelukkig zijn, dat God respect heeft voor wat belangrijk voor ons is en dat God ons wil geven (of al geeft) wat we verlangen.

(1) Dit kun je in bijna iedere willekeurige protestantse kerkdienst gepreekt horen worden. In de Heidelberger Catechismus (één van de belangrijkste zgn. ‘belijdenisschriften’ in de protestantse kerk) wordt dit expliciet verwoord. Hetzelfde idee wordt genoemd in [7], (wat notabene een relatief ‘licht’ boekje is), waarin wordt gesteld dat een mens van nature hoogmoedig is en dat op moet geven.

(2) Zoals beschreven in bijv. [11]. Anita Moorjani heeft gezegd dat ze ‘de hemel op aarde’ ervaart wanneer ze ‘niets wil’. [12]

(geen corresponderend blog-artikel beschikbaar)